Een wandeling door het Kleinwalsertal in de Allgäu

Geschreven door Hans Frieling
Leestijd: 6 minuten

Hans Frieling maakte een wandeling door het Kleinwalsertal, in de Allgäu bij de Duits-Oostenrijkse grens. Om precies te zijn over het betoverend mooie Gottesackerplateau. Een schitterend en goed ontsloten bergwandel- en skigebied voor iedereen van acht tot tachtig.

Uitzicht vanaf de Hahnenkopf met rechts de Ilfen

Gloednieuwe kabelbaan

Vandaag gaan we de tocht over de Gottesacker maken. Die plek intrigeert ons al vanaf de eerste keer dat we hier in de omgeving waren nu zo’n achttien jaar geleden. De tocht is zwaar en alleen geschikt voor mensen met een goede conditie. Een goede conditie hebben we wel maar toch besluiten we al meteen een stuk van de tocht in te korten. We pakken namelijk de gloednieuwe kabelbaan vanaf de Auenhütte naar de Ifenhütte. Wat een luxe ding is dat zeg. Ruime cabines met leren stoelen en plek voor tien mensen. Dat is ook wel handig, want de tijd die je daarmee wint kun je nu gaan besteden aan extra wandeltijd op hoogte.

Vanaf de Ifenhütte gaat het straf omhoog in kleine haarspeldbochten. Stapje voor stapje worstel ik mij naar boven. Twee kilometer per uur zegt mijn sporthorloge. Maar het kan nog langzamer, want ik haal zowaar mensen in. Mijn lief volgt op gepaste afstand. Twee jongelui, twintigers,  vliegen ons met schijnbaar speels gemak voorbij. Een eindje verderop zitten ze in het gras. Ik glimlach, zijn hardlopers immers geen doodlopers?

Na een kleine twintig  minuten wordt het pad iets minder steil. Aan de linkerkant de machtige schijnbaar onneembare vesting die Hohe Ifen heet. Maar elke vesting heeft een zwakke plek, zo ook de Hohe Ifen. Een pad slingert zich in kleine haarspelden omhoog. Mensen zijn net mieren, zo klein. Vlak onder het Ifenplateau nog meer mensen. Daar is het pad smal en gevaarlijk. Daar hangen de staalkabels om je aan vast te houden. Daar komen alleen de Trittsicheren en Schwindelfreien, daar, ja daar, gaan wij vandaag niet heen.

Listig lopen om verraderlijke gaten

Ons eerste doel is de Hahnenkopf. Vlak onder het bergstation van de Ifenlift (het deel dat in de zomer niet gebruikt wordt) raken wij het spoor bijster. Sneeuw en ijs en een paar scherpe grauwe grijze rotsen, sporadische rood-witte merktekens die nergens toe lijken te leiden. We kunnen, durven, niet verder.

We proberen een klein stukje. Het stenen plateau zit vol verraderlijke gaten. Als je daar instapt dan breek je op zijn minst een van je gewrichten. We kijken goed rond. Ik zie een pad, iets verderop. We moeten terug. Het pad is ineens blauw-wit oftewel alpien. Maar er is niets anders. We lopen het pad op. Het is smal en slaat links af richting de Ifen. Rechtdoor wordt het weer rood-wit richting Hahnenkopf.

Het Gottesackerplateau vanaf de Hahnenkopf

Tien minuten later zijn we boven. Wat een uitzicht, we worden er stil van. Overal grijs karstgesteente vol scheuren en spleten en overal nog plakkaten oude sneeuw. We wagen het er op en zetten voet op het Gottesackerplateau. Het is net de maan. Heel even voel ik mij Neil Armstrong, die zette nu bijna 50 jaar geleden zijn voet ook op een maanlandschap, maar dan het echte! Dat was nog eens een avontuur!

Het is listig lopen. Spleten, scheuren, steile paadjes over nog steilere heuvels. En dit is een rode wandeling? Opeens houdt het pad op en het eindigt bij een twee meter hoge muur. Moeten we daar tegenaan klauteren? In de verte zie ik een stok met een rood-witte markering. Ja dus, daar moeten we heen. Ik denk niet na, zet de rechtervoet op een uitstekende steen en voor ik het weet ben ik boven. Mijn lief volgt zonder problemen. Het wordt zwaar, niet vanwege het vele stijgen, de klimmetjes vallen wel mee, maar vanwege het onberekenbare en gevaarlijke pad en de vele nog aanwezige sneeuwveldjes.

Gaten, stenen, steile afdalingen ( ja echt, heel steil af en toe) en dan weer zo’n bult en nog een en nog een. Ik verdraai mijn knie een beetje en vraag me bezorgd af hoe die zich gaat houden. Een wegwijzer, rechtsaf naar het dal  en rechtdoor naar de Gottesacker Scharte (een Scharte is een inkeping in de bergkam) waar we overheen moeten. Dat betekent weer zeker 150 meter klimmen, dan steil naar beneden, nog een stuk rechtdoor en dan pas op weg terug. Ik schat in nog zeker drie of vier uur lopen. We overleggen. Een collega wandelaar, een vriendelijke jonge vent die het pad goed kent, geeft aan dat het pad naar het dal een redelijk vriendelijk karakter heeft en door het bos voert. De keus is snel gemaakt, dat doen we. Twee aardige stellen van onze leeftijd met een hond besluiten om dezelfde weg naar beneden te nemen. Het is nog maar twee uur lopen. Eerst moeten we nog een sneeuwveld oversteken. Prompt val ik en zoef ik ongepland naar beneden.

Sneeuwpret in juli

Deden we ooit in Noorwegen ook, op een plastic zak, gierend van het lachen. Het vallen doet geen zeer, het voelt als watten, en op tijd kom ik tot stilstand. Mijn lief heeft het niet eens gezien. Die heeft de grootste moeite om zelf op de been te blijven. Ik koel mijn knie met wat sneeuw, dat verlicht de pijn. Er komt een meisje aanlopen, haar been is bebloed en afgeplakt met een pleister. Ik bied aan het wat beter te verzorgen. We hebben per slot van rekening genoeg EHBO spullen bij ons en mijn vriendin is een ervaren verpleegkundige. Ze lacht vriendelijk: “het lijkt erger dan het is en het is al goed gedesinfecteerd”, zegt ze, en weg is ze. Schijnbaar achteloos “huppelt” ze het pad af.

Al dit moois binnen handbereik

Na een uur gaan wij ik even rusten. Het pad is werkelijk prachtig en heel wat eenvoudiger dan het pad over het Gottesackerplateau. We rustten even en eten wat. De meegenomen worstjes smaken best. Het doet mijn knie goed, die rust. Als we weer gaan lopen is de pijn in mijn knie weg. Nou, mazzel gehad dus. We passeren een kudde Schotse Hooglanders. Ze staan lekker te vreten en maken een tevreden indruk. Een half uur later zijn we bij de bushalte. Als we ‘s avonds bij Capricorn in Mittelberg aanschuiven en wij ons al dat verrukkelijke eten goed laten smaken bedenk ik mij wat een voorrecht het toch is om zo dichtbij Nederland zo’n mooi wandelgebied binnen handbereik te hebben. Snel bereikbaar met de auto, snel bereikbaar met de trein. Zelfs voor een lang weekend zou ik hier nog wel naar toe willen!

Idyllisch landschap

Reiswijzer

Wandelgidsen

  1. Kleinwalsertal | Rother Wanderführer | Handzaam gidsje, dat zó in je broekzak past
  2. Erlebniswandern mit Kindern Oberstdorf – Kleinwalsertal | Rother Wanderbuch | Bevat 24 wandelingen, bedacht voor kinderen en hun ouders. Geeft ook nog andere tips voor uitstapjes met de familie.

Wandelkaarten

  1.  BY-02 Kleinwalsertal, Hoher Ifen, Wilderstein 1:25.000 Alpenvereinskaart | De beste en meest gedetailleerde wandelkaart van deze omgeving
  2. KP-03 Oberstdorf-Kleinwalsertal | Kompass wandelkaart 1:25.000 | Deze kaart geeft ook de mogelijkheid om het kaartgebied op je smartphone te installeren

Reisgidsen

  1. Allgäu | Dumont Reise-Taschenbuch | Goede Duitstalige reisgids over deze streek, behandelt vooral de Duitse kant
  2. Vorarlberg, Trescher Verlag | idem, maar dan voor de Oostenrijkse kant
Hans Frieling
Hans werkt als case-manager voor de Gemeente Nijmegen. In zijn vrije tijd reist hij graag, maakt lange (berg)wandelingen, musiceert, fotografeert, schrijft (reis) verhalen en kookt graag.